Als een tand of kies erg beschadigd is, erg scheef zit of geen houvast meer heeft in het kaakbot, kan het nodig zijn om ‘m te trekken.
U krijgt een plaatselijke verdoving voor het gebied rond de tand/kies of een hele kaak. Dan wordt met instrumenten de tand of kies voorzichtig losgewrikt en getrokken. De wond wordt gehecht met hechtgaren, dat vanzelf verdwijnt. Als u pijn voelt nadat de verdoving is uitgewerkt, kunt u een pijnstiller als paracetamol nemen. Na de behandeling kunt u eventueel last krijgen van wat koorts, enige zwelling, nabloeding of een ontsteking. Overleg met uw tandarts wat u dan moet doen. Let op: als u antistollingsmiddelen gebruikt of hartklachten heeft, zijn er extra voorzorgsmaatregelen nodig voor het tanden of kiezen trekken! Meld dit dan ook voorafgaand aan de behandeling.