Een beugel helpt om scheve tanden recht te zetten of een verkeerde stand van de kaak te verbeteren. Een recht gebit ziet er natuurlijk mooier uit, is beter te verzorgen, en je kunt er beter mee kauwen. Een beugel wordt vaak toegepast bij schoolkinderen, maar ook volwassenen kunnen door een beugel worden geholpen. Soms is er een directe noodzaak tot het behandelen met een beugel ( b.v. te verwachten kaakgewrichtsproblemen op latere leeftijd, kwetsbare tanden doordat ze zo vooruit steken etc.). Maar het kan ook een kwestie van esthetiek zijn ( de wens tot verbetering verschilt van persoon tot persoon).
De tandarts of orthodontist begint met te onderzoeken welke verbeteringen er nodig zijn. Er worden röntgenfoto’s en gebitsafdrukken gemaakt. Dan wordt besloten welke beugel het meest geschikt is. Bekende soorten zijn de ‘buitenboordbeugel’, de slotjesbeugel (die met stukjes metaal aan de tanden wordt geplakt), en beugels die je zelf in en uit kunt doen.
In het begin is het vaak wennen aan de beugel, en kunnen de tanden gevoelig zijn. De beugel wordt regelmatig, bijvoorbeeld eens per maand, aangepast door een nieuwe draad te plaatsen. Het is nu extra belangrijk om goed te poetsen.
Als de tanden eenmaal rechtstaan wordt na de beugel meestal een spalk geplaatst om latere ongewenste verplaatsing tegen te gaan. De orthodontist controleert niet specifiek op gaatjes. De reguliere comntrole bij de tandarts dient dus gewoon door te gaan. Ook al vanwege de fluoride behandeling die extra bekangrijk is nu!